Tuindorp

Het woningcomplex Tuindorp is van origine een zogenaamde Company Town, gebouwd volgens een revolutionair model voor stedelijke ontwikkeling: de tuinstad. Dat concept is ontwikkeld in Engeland door Ebener Howard en in de beginjaren van de vorige eeuw ook toegepast op het vaste land van Europa, o.m. in Duitsland en Nederland. In opdracht van de Woningbouwvereniging Maarn werd in 1923-1924 voor het personeel van de Nederlandse Spoorwegen een woningcomplex gebouwd voor het personeel van het in 1918 aangelegde rangeeremplacement. De keuze om het tuindorpconcept te introduceren was afkomstig van de Spoorwegen die daarmee al eerder ervaring hadden opgedaan in Haren en Geldermalsen. In een memorie van toelichting uit 1922 staat dat elke woning ongeveer 600 m2 grond zou krijgen “zodat er o.a. gelegenheid is om eigen tuinvruchten te verbouwen”. Het complex bevatte 72 eengezinswoningen, drie winkelhuizen en een school is gebouwd naar het ontwerp van de architecten J. Pothoven en H.A. Pothoven. Woningstichting Maarn bezit thans nog 65 Tuindorpwoningen. In 1956-1958 is het complex uitgebreid met 10 dubbele woningen. De bouw van dit Tuindorp kan worden gezien als de ontstaansgeschiedenis van Maarn. Het gehele complex is beeldbepalend voor het dorp. In het proefschrift “Tuinsteden, tussen utopie en realiteit” van dr. H.J. Korthals Altes wordt het Tuindorp Maarn gekwalificeerd als het best geconserveerde tuindorp in ons land. Met instemming van het bestuur heeft het College van B&W in 2009 het Tuindorp aangewezen als gemeentelijk monument.